Post-mortem

Post-mortem (meaning after death) is short for 'post-mortem examination', or autopsy, an examination of a corpse in order to determine cause of death.

Als je deze post aan het lezen bent, is het wellicht nog niet te laat voor jou. Helaas is de realiteit dat elk jaar opnieuw honderden studenten uitstromen uit de bachelor psychologie zonder diploma. Bij velen was het universitair niveau (of toch dat van de KU Leuven) wat te hoog gegrepen waardoor ze voor meerdere vakken in de problemen kwamen. Het wordt schrijnender als studenten op andere vakken wel goede punten halen maar toch statistiek blijven meeslepen tot al hun examenkansen opgebruikt zijn. Sinds het mijlpaalsysteem is ingevoerd is het aantal examenkansen zelfs verder gedaald van zes naar vier. Ik heb dit proces helaas al vaker van dichtbij meegemaakt omdat studenten bij mij komen aankloppen voor hulp. Voor mij zijn de rode knipperlichten niet zo moeilijk te zien, maar studenten lijken er vaak blind voor te zijn tot het te laat is. Het verhaal van Lies (fictief personage) hieronder illustreert wat ik hiermee bedoel.

Disclaimer: elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval.

Lies komt uit het ASO (humane wetenschappen). Ze was slim genoeg zodat ze vroeger op school nooit echt hard heeft moeten werken om middelmatige punten te halen. De afgelopen twee academiejaren studeerde ze psychologie aan de KU Leuven. Haar eerste academiejaar in Leuven verliep nogal hobbelig. Ze wist in het begin nog niet goed hoe ze met de grote hoeveelheden leerstof moest omgaan. De vrijheid die ze plots kreeg door op kot te gaan, hielp op dat vlak ook niet echt. De meeste vakken leken doorheen het semester nog wel mee te vallen. Enkel bij statistiek was ze de draad ergens halverwege het semester helemaal kwijtgeraakt. Eigenlijk was het al vrij vroeg in het semester beginnen mis te lopen met een slechte score op de voorkennistoets. Ze begon verder en verder achter te lopen, en de practica en vragencolleges brachten haar eigenlijk enkel nog meer in de war. De 1/20 die ze haalde op haar proefexamen statistiek was al bij al geen grote verrassing.

Tijdens de blok besefte ze al snel dat haar voorbereiding voor alle vakken doorheen het semester onvoldoende was. Haar planning die ze in het begin van de blokperiode had opgesteld bleek al na enkele dagen totaal onhaalbaar. De week tijd die ze had gereserveerd vlak voor het examen statistiek werd uiteindelijk deels ingepalmd door andere vakken die uitliepen. Lies had al gehoord dat het examen statistiek heel moeilijk was. Met haar beperkte voorkennis uit het secundair en haar slechte voorbereiding ging dat toch niet meer lukken op dit punt. Ze besloot uiteindelijk om het examen statistiek uit te stellen tot augustus, en nu vooral voorrang gegeven aan andere vakken die nog wel haalbaar leken.

De examenperiode in januari was een zware periode voor haar. Naar het einde toe was ze echt uitgeput. Ze heeft er nog het beste van proberen te maken, maar ze was uiteindelijk maar voor één van de vijf examens geslaagd (sociale psychologie). Lichtpuntje: sommige resultaten waren maar nipte onvoldoendes.

In het tweede semester wist ze al iets beter hoe ze haar vakken moest aanpakken en leerde ze om beter aan time management te doen. Dat vertaalde zich ook in haar academische resultaten: van de zes examens had ze maar twee onvoldoendes (neuro 1 en biologie).

Lies had dus in totaal zes herexamens. Begin juli heeft ze eerst een tijdje moeten bekomen van opnieuw een zware examenperiode. Eind juli ging ze nog tien dagen op kamp met de jeugdbeweging, iets waar ze al maanden naar uitkeek. Ze had wel enkele cursussen meegenomen in de hoop tussendoor wat te kunnen studeren, maar dat is niet echt gelukt. Vlak daarna is ze vol goede moed opnieuw beginnen te blokken. Toch was dat niet vanzelfsprekend door het slaaptekort dat ze tijdens het kamp had opgebouwd. Het eerste examen viel daarbovenop al vroeg in de tweede helft van augustus. Erger nog: er waren maar weinig vrije dagen tussen de daaropvolgende examens. Lies besefte snel dat het heel moeilijk zou worden om al die vakken (waaronder vier heel zware: functieleer 1, statistiek 1, neuro 1, biologie) op die tijd met de nodige diepgang te verwerken. Vooral de vakken uit het eerste semester zaten heel ver weg. Na een babbel met een studieloopbaanbegeleider besloot Lies om maar vier van de zes herexamens mee te doen. "Beter zo en dan slagen op die vier vakken in plaats van alle zes te proberen en dan voor alles te buizen", dacht ze. Haar plan was om twee van de vier zware vakken op te nemen (één van elk semester), samen met de twee lichtere vakken (sociologie en methoden 1). Voor het eerste semester koos ze om functieleer 1 te proberen en statistiek dus uit te stellen. Lies maakte wel het voornemen om volgend academiejaar 100% voor statistiek te gaan en ook bijles te nemen. Voor het tweede semestervak koos ze voor neuro 1, ten koste van biologie.

Na een hectische zomer kwamen de resultaten binnen: geslaagd op alle deelgenomen examens behalve functieleer 1 (9/20). Aangezien Lies niet aan alle examens heeft deelgenomen, kon ze voor dat vak niet gedelibereerd worden. Ze moest dus statistiek 1, functieleer 1 en biologie meenemen naar het tweede jaar. Voor ze aan dat tweede jaar zou beginnen, was het wel hoog tijd om haar hoofd leeg te maken en een reisje te boeken.

Enkele weken later begon Lies met herwonnen moed aan haar tweede jaar. Naast de drie eerstejaarsvakken had ze ook al enkele vakken uit de twee fase opgenomen om haar programma te vullen. De cursus statistiek was weinig of niet veranderd tegenover het jaar ervoor maar na een negental maanden geen wiskunde of statistiek meer beoefend te hebben, is er toch teleurstellend weinig blijven hangen. Ze had niet het gevoel dat ze het veel beter begreep dan een jaar eerder. Ze had gelukkig ondertussen wel iemand gevonden die haar bijles wou geven en waar ze met haar vragen bij terecht kon.

Een aantal weken later kwam het proefexamen statistiek er aan. Lies twijfelde om hier aan mee te doen, omdat ze ondertussen wel wist hoe examens aan de KU Leuven er aan toe gaan. Bovendien moest ze het weekend voor dat proefexamen gaan helpen op het mosselfeest van de jeugdbeweging. Zonder goede voorbereiding zou de uitslag toch niet betrouwbaar zijn, redeneerde ze.

Eens de blok was aangebroken, voelde ze zich al iets meer op haar gemak dan 12 maanden eerder. De voorbereiding voor de meeste vakken verliep vlot, al bleef statistiek een grote uitdaging. Ze had deze keer een betere planning gemaakt, met veel tijd voor statistiek.

Eens de examens achter de rug waren, had ze wel een goed gevoel bij de meeste vakken. Zelfs voor statistiek had ze hoop om een delibereerbaar cijfer te halen. De schok was dus groot toen ze naast haar andere mooie cijfers een 4/20 voor statistiek zag verschijnen. Ze is vervolgens haar examen gaan inkijken. Daaruit bleek dat ze naast de vele rekenfoutjes vaak gezondigd had tegen de notatiewijze. Ook al had ze veel oefeningen conceptueel wel redelijk opgelost, het was niet goed genoeg voor de prof.

Oorspronkelijk had ze zich voorgenomen om in het tweede semester tussendoor nog wat voor statistiek te werken zodat ze de kennis en vaardigheden die ze had opgebouwd niet opnieuw zou verliezen zoals vorige keer. In de praktijk bleek het moeilijk om voldoende moed te vinden om dat voornemen waar te maken. Daarbovenop waren de tweedejaarsvakken in combinatie met biologie ook best zwaar. Na een geslaagde juni zittijd had ze het gevoel dat ze weer bijna van nul voor statistiek moest beginnen. Haar budget voor bijlessen was ondertussen uiteraard op, dus ze stond er alleen voor. Anderzijds had ze wel bewezen dat ze andere moeilijke vakken tot een goed einde kon brengen.

In de zomer heeft ze nog één keer geprobeerd om alles te geven. Ze had zes weken tijd voor één herexamen. Dat zou toch doenbaar moeten zijn? De laatste dagen voor het examen heeft ze oude examenvragen proberen op te lossen, en dat viel eigenlijk verrassend goed mee. Met een klein hartje maar toch hoopvol begon ze aan haar vierde examenpoging. Halverwege het examen schoot haar stressniveau plots de hoogte in: het besef dat dit haar allerlaatste kans was, drong plots helemaal door. Ze probeerde er niet te veel aan te denken en te focussen op de examenvragen, maar tevergeefs. Ze merkte dat ze zich niet meer kon concentreren op de vragen, en dat deed haar nog meer panikeren. Vanaf dat punt had ze een black-out en lukte geen enkele vraag nog. Ze besefte dat het voorbij was...

Als je dit verhaal leest, kan je de individuele beslissingen van Lies op elk moment en gegeven de context wel begrijpen. Toch maakte ze een paar cruciale fouten op rij die haar uiteindelijk de das omgedaan hebben. Merk trouwens op dat ik Lies in dit verhaal o.a. bespaard heb van ziekte, liefdesverdriet of een sterfgeval in de familie. Die zaken gebeuren in het echt wel af en toe en gooien een planning vaak helemaal in de war.

Merk om te beginnen op dat Lies van de vier examenkansen er maar twee echt heeft benut. Dit is een terugkerend fenomeen bij veel studenten. Studenten blijven redenen verzinnen waarom het een goed idee is om statistiek even aan de kant te schuiven en iets anders prioriteit te geven. In de praktijk is dat altijd een slecht idee. Als studenten effectief tegen de limiet van vier examenkansen botsen, gaat het in de overgrote meerderheid van de gevallen om statistiek. Moet je op een gegeven moment de keuze maken tussen statistiek of een ander vak? Geef dan prioriteit aan statistiek.

In die concrete geval heeft Lies twee keer niet meegedaan met het examen. Een veelvoorkomende variant daarop is meedoen zonder deftige voorbereiding. Op die manier weet je hoe een examen statistiek er aan toegaat, en wat voor vragen je kan verwachten. In die zin is het een kleine verbetering op helemaal niet meedoen, maar het blijft een verspilde examenkans. De kernboodschap is dus: benut examenkansen statistiek ten volle.

Over examenkansen gesproken: als je moet vertrouwen op de vierde en laatste kans zit je sowieso al diep in de gevarenzone. Daarbovenop is de eerste examenkans bij de overgrote meerderheid van studenten geen groot succes. Examenkansen twee en drie zijn dus de momenten waarop je het meest moet inzetten. Daarmee heb ik niet gezegd dat je de eerste examenkans niet serieus moet nemen. Doe dat zeker wel, want dat legt een noodzakelijke basis of je nu direct slaagt of niet.

Prioriteiten stellen is ook in het tweede semester erg belangrijk. Het is verleidelijk om statistiek volledig links te laten liggen en te focussen op de vakken waar je in juni examen van hebt. Het gevolg is echter dat je het gevoel zal hebben dat je opnieuw van nul begint in augustus. Blijf dus tussendoor investeren in statistiek 1. Wie van plan is bijles te nemen doet er ook beter aan dat gespreid doorheen het tweede semester te doen i.p.v. als crashcourse op één week in de zomer.

Een goede tussenoplossing voor bissers is om statistiek 2 op te nemen in het tweede semester van het tweede jaar. Zo blijf je bezig met de materie in de ruime zin. Pas in dat geval wel op: de herexamens van statistiek 1 en 2 vallen vlak na elkaar (typisch vrijdag en maandag). Als je in die situatie zit, geef dan 100% voorrang aan statistiek 1 en laat 2 volledig links liggen.

Wat herexamens betreft: ze zijn er sneller dan je zou denken. Neem gerust een week of twee vakantie vlak na de juni zittijd, maar daarna is het tijd om er opnieuw in te vliegen. Als je in augustus nog moet beginnen, ben je hoogstwaarschijnlijk te laat. In september heb je wel nog een paar weken vakantie, maar in juli en augustus moet je niet te veel plannen maken rond vakantiewerk, jeugdbeweging, reizen of wat dan ook. In het geval van Lies was het eind januari al duidelijk dat haar zomer zo goed als volgeboekt zou zijn met herexamens. Dat zijn absoluut geen leuke opofferingen om te maken. Anderzijds had Lies haar leven er mogelijk heel anders kunnen uitzien als ze die tien dagen zomerkamp anders ingevuld had. Iedereen mag zijn of haar eigen keuzes maken natuurlijk, maar hou wel the big picture in de gaten terwijl je de knoop doorhakt.

Niet alleen tijdens blok- en examenperiodes moet je belangrijke beslissingen maken. Ook de kleine dingen zoals al dan niet meedoen met een voorkennistoets en proefexamen kunnen een groot effect hebben. Als Lies had meegedaan met het proefexamen, had ze wellicht feedback gekregen over haar notatiewijze die haar een paar punten extra had kunnen opleveren op het echte examen. Feedback is hier het kernwoord. De prof heeft een heel specifieke manier van verbeteren, en zo veel te meer feedback je krijgt op je eigen probeersels, zoveel te beter je zal kunnen inschatten hoe de prof het graag heeft.

Algemeen gesproken zijn er achteraf gezien in elk verhaal van studenten die het niet halen wel een paar rode knipperlichten te vinden. De kunst bestaat er in om ze tijdig bij jezelf te zien, en bij te sturen waar nodig. Hopelijk heeft het verhaal van Lies op dat vlak jullie wat kunnen helpen.