Voorkennis

Qua voorkennis wiskunde stelt Statistiek voor Psychologen geen al te hoge eisen. Onderwerpen uit de derde graad (o.a. rijen en reeksen, limieten, afleiden en integralen) moet je hooguit oppervlakkig kennen om te kunnen volgen. De prof verwacht ook niet dat je statistiek en kansrekenen eerder gezien hebt in het middelbaar, al is dat natuurlijk wel mooi meegenomen.

Onderwerpen uit de lagere graden (o.a. breuken, distributiviteit, merkwaardige producten en lineaire vergelijkingen) zijn uiteraard wel onontbeerlijk om statistiek tot een goed einde te brengen. Ik heb het gevoel dat veel studenten zichzelf overschatten op dat vlak. De bezoekersaantallen van de zelftests op deze website bevestigen dat voor een stuk: studenten vliegen direct in de multiple choice vragen over statistiek 1 en laten de voorkennisvragen links liggen. De enkelingen die zich daar toch aan wagen, merken vaak al snel dat het toch niet zo vlot gaat als ze zouden willen. Bij deze dus een oproep: denk kritisch na over jouw eigen voorkennis. Nog belangrijker: schiet in actie als je merkt dat er toch iets scheelt. Herhaal bijvoorbeeld opnieuw jouw studiemateriaal uit het middelbaar, of duik eens in de literatuurlijst met nuttige boeken rond voorkennis die de prof elk jaar op Toledo publiceert. In deze vraag van de FAQ staan enkele nuttige links om je voorkennis verder bij te spijkeren.

Om te weten wat wel en niet relevant is om te herhalen, kan je de aanduidingen in het formularium voorkennis volgen.