Frequently Asked Questions

Wat maakt Statistiek voor Psychologen zo moeilijk?

De eerste fasen van universitaire opleidingen staan bijna altijd bekend als schiftingsjaren. Examens van deze vakken worden doorgaans strenger beoordeeld dan vakken uit het laatste bachelorjaar of uit de master. Typisch steken er enkele opleidingsonderdelen extra bovenuit op dat vlak, de echte buisvakken. Vaak zijn het wiskundevakken omdat proffen daarmee gemakkelijker kunnen nagaan of een student meer kan dan enkel leerstof vanbuiten blokken. Je mag je op die examens dus verwachten aan vragen die je tijdens de lessen en oefenzittingen nog niet gezien hebt. Voeg daar nog wat tijdsdruk aan toe, en je hebt een ideale selectieprocedure waar alleen de sterke studenten door geraken. Dat is de manier die de universiteit doelbewust hanteert om te bepalen wie het diploma waard is en wie niet.

Als de opleiding leidt tot een knelpuntberoep kan de lat misschien iets lager, maar psycholoog is helaas geen knelpuntberoep. Integendeel, de proffen vinden dat er te veel studenten psychologie zijn, waardoor ze er beleidsmatig voor lijken te kiezen om extra streng te zijn. Dat merk je o.a. bij Statistiek voor Psychologen. De algemene opmerkingen van hierboven zijn daar zeker op van toepassing, maar het gaat nog een stap verder. Hoewel de moeilijkheidsgraad van de examenvragen best meevalt, wordt er enorm streng verbeterd. Als je ergens een komma of een haakje verkeerd zet, heb je al snel nul op een oefening. Wie bij veel examenvragen dicht bij de juiste oplossing zat, is op die manier toch vaak nog gebuisd.

Weet ook dat statistiek 1 het moeilijkste vak is uit de reeks. Eens je over die horde geraakt, wordt het alleen maar gemakkelijker.

Welke wiskundige voorkennis wordt verwacht?

Voldoende voorkennis is enorm belangrijk bij wiskundige vakken omdat die veel meer dan andere vakken voortbouwen op eerder geziene leerstof. Je kan perfect eerst Ontwikkelingspsychologie, deel 2 volgen, en daarna pas deel 1. Bij statistiek de delen omwisselen zal veel moeilijker gaan. Meer nog, statistiek bouwt voort op wiskundige fundamenten die laag per laag opgebouwd werden, te beginnen in het eerste leerjaar. Als je problemen ondervindt met statistiek, vraag jezelf dan in eerste instantie af of het met je voorkennis te maken heeft. Op een moeras kan je moeilijk een huis bouwen, laat staan een hoogbouw.

Om te weten wat belangrijk is, zie voorkennis.

Merk je toch dat je voorkennis niet helemaal op peil is? Ga dan zo snel mogelijk zelfstandig aan de slag om dit te verhelpen. Wacht dus niet tot iemand anders zegt dat je dit moet doen, want dan is het mogelijk al te laat. Interessante bronnen:

Ik begrijp weinig van de cursus, kan ik niet gewoon alles vanbuiten leren?

Statistiek is een inzichtsvak en geen blokvak. Dingen vanbuiten leren is dus geen goed idee. Denk bijvoorbeeld terug aan je tijd in de lagere school waar je de maaltafels moest leren. Als je nu een zelfgemaakt formularium mocht meenemen naar een examen wiskunde zonder rekentoestel, zouden de maaltafels daar vanzelfsprekend niet meer op staan. Als je ze niet meer vanbuiten kent, kan je met een beetje hoofdrekenen toch snel tot hetzelfde resultaat komen. Bij statistiek is het streefdoel gelijkaardig. Zorg dat je de achterliggende logica goed begrijpt, dan volgt de rest.

Studenten die het vak meerdere keren afleggen, hebben dikwijls de neiging om voor het herexamen extra intensief te blokken. Dat is een begrijpelijke reflex: ze proberen hun zwaktes (gebrek aan wiskundig inzicht) te compenseren met een vaardigheid waar ze beter in zijn (dingen vanbuiten leren). Een concrete uiting van compensatiegedrag is bijvoorbeeld alles in stappenplannen proberen gieten en die dan vanbuiten leren. Tegen augustus hebben deze studenten vaak heel hard gewerkt en toch verbeteren hun resultaten niet. Waarom? Omdat het examen opzettelijk zo gemaakt is dat je met kennis alleen niet ver komt. De prof wil testen hoe goed je om kan met nieuwe, onbekende situaties. Beeld je in dat je als kind net de maaltafels tot geleerd hebt, en daarna een toets krijgt waarin de leerkracht vraagt waaraan gelijk is. Ander voorbeeld: er staan veel bewijzen in de cursus, maar op het examen zal de prof een bewijs van een ongeziene stelling vragen. Hard werk van de foute aard wordt dus niet beloond.

Lees ook deze blogpost.

De kunst bestaat er dus in een aanpak te vinden waarbij je effectief inzicht krijgt in de leerstof. Je zal nog altijd hard moeten werken, maar dan op een manier die wel resultaten oplevert. In de eerste plaats moet je stap per stap te werk gaan. Ga niet te licht over eender welk hoofdstuk en sla er zeker geen over. Bij blokvakken kom je er af en toe mee weg om een hoofdstuk over te slaan als het te moeilijk of te saai lijkt. Hier gaat dat niet lukken. Zoek eventueel hulp, maar blijf proberen tot je voldoende inzicht hebt. Wanneer heb je voldoende inzicht? Als de inhoud zo logisch klinkt dat je de nood niet meer voelt om de leerstof vanbuiten te leren. Minder WTF en meer no shit, Sherlock. Dat komt natuurlijk niet vanzelf: je zal afwisselend de theorie moeten bestuderen, oefeningen moeten maken en je voorkennis wat moeten bijspijkeren. Tijdens die cyclus begin je hopelijk kleine (en later grotere) Eureka momentjes te beleven.

Wat bedoelen ze als ze zeggen dat de prof heel streng is op vlak van notatie?

Wiskundigen zijn doorgaans muggenzifters, al zouden ze zichzelf liever rigoureus noemen. Daar kan je dus maar beter vroeg aan beginnen wennen zodat je alle regeltjes tegen het examen in de vingers hebt.

Enkele voorbeelden:

  • (als-dan) is niet hetzelfde als (als en slechts als) of als .
  • is not done want .
  • is hetzelfde als maar is niet hetzelfde als

Daarnaast is het ook belangrijk dat je leesbaar schrijft:

Denk er ook aan om voldoende tussenstappen op te schrijven. Specifiek bij bewijzen moet je elke stap ook extra verantwoorden.

Vergeet tot slot niet om de assen van al je grafieken te benoemen.

xkcd-833

Hoe ga ik om met een stresspiek tijdens het examen?

Bijna iedereen gaat met een klein hartje naar het examen statistiek. Deel 1 in het bijzonder is vaak het allereerste examen van eerstejaars, en waarschijnlijk ook het moeilijkste examen van de hele opleiding. Een gezonde dosis stress is dus zeker op zijn plaats. Er is helaas op korte termijn geen wondermiddel als het plots meer dan een gezonde dosis wordt, maar enkele eenvoudige ademhalingsoefeningen kunnen soms al veel doen. De dienst studievoorzieningen heeft meer nuttige tips. Er is ook een online module waar je je voor kan inschrijven.